De Arlande aanpak geeft gemeenten in drie stappen meer grip op projecten, waardoor tijd en geld wordt bespaard en de juiste doelen worden gerealiseerd.
Om de juiste beslissingen te kunnen nemen, is het noodzakelijk om grip te hebben op projecten: welke projecten hebben prioriteit en welke projecten staan nog op de rol? Wat zijn de afhankelijkheden tussen de projecten en wie bepaalt welke projecten gestart of gestopt worden? Besluitvorming wordt steeds complexer en het aantal veranderingen is groter dan ooit. Dit vraagt om meer grip op lopende en toekomstige projecten.
Grip begint met inzicht krijgen in wat er is: aan welke projecten wordt gewerkt, welke veranderingen zitten eraan te komen, wie besluit over starten en stoppen van projecten en op basis waarvan worden deze besluiten genomen?
Deze stap resulteert in een transparant overzicht van alle projecten en initiatieven, de voortgang en de daarmee samenhangende onderlinge afhankelijkheden en risico’s.
Essentieel in de tweede stap is het organiseren van een goed besluitvormingsproces voor het starten en stoppen van individuele projecten. Belangrijk hierbij is het vaststellen van de besluitvormingsstructuur (governance); wie, welk platform, neemt welke besluiten over het starten, stoppen en wijzigingen van projecten en initiatieven?
Slimme classificatie van projecten naar type uitvoering en besluitvorming helpen de bureaucratie te verkleinen en effectiviteit in besluitvorming te verhogen. Kleine of eenvoudige projecten kunnen mogelijk volstaan met een ‘lichte variant’ van het besluitvormingsproces.
Met concrete toetsingscriteria wordt de besluitvorming ondersteund om objectieve beslissingen te nemen over starten en stoppen van projecten. Is er voldoende financiële dekking geregeld? Is het project het antwoord op een bepaalde (wettelijke) verplichting of levert het project waarde op voor de organisatie?
Door gebruik te maken van heldere toetsingscriteria kan ieder besluit achteraf ook verantwoord worden. Door de besluitvorming op de juiste manier te organiseren en met de bovenstaande instrumenten te werken, wordt er transparantie en een gezamenlijke waarheid gecreëerd.
Met de derde stap leert een organisatie om samenhang te creëren in het totale portfolio van projecten door slimme inzet van schaarse middelen en door rekening te houden met afhankelijkheden.
Het concreet in kaart hebben van de doelen van de organisatie en de bijdrage van projecten daaraan is een essentieel onderdeel van deze stap!
Daarbij gaat het om het starten van de juiste projecten die een zo hoog mogelijke bijdrage leveren aan deze doelen, of beter nog, die maken dat deze doelen gerealiseerd worden.
Door het benoemen van de doelen en het starten van projecten die daar aan bijdragen creëer je samenhang. Door het prioriteren van de projecten naar de mate van bijdrage en middelenbeslag wordt het optimale ‘projectenportfolio’ bereikt.
Het borgen van eigenaarschap van het projectenportfolio en de daarbij behorende doelen is een belangrijke voorwaarde om deze derde stap te kunnen zetten.
Rieks denkt vanuit de markt en is account- en community manager van Arlande. Hij is gespecialiseerd in de onderwijssector van primair- tot aan wetenschappelijk onderwijs. In zijn rol is hij gericht op het verbinden van zinprikkelende vraag en gekwalificeerd aanbod.
bekijk profiel