Aan de vraagzijde van het OV zien we algemeen grote variabiliteit: het aantal passagiers in de spits is hoger dan in de daluren. Vanwege COVID-19 heeft de vraagzijde een extra uitdaging gekregen: deze is erg onvoorspelbaar geworden.
Aan capaciteitszijde wordt vaak de klassieke aanpak gebruikt: meer reizigers, meer inzet van personeel en materieel. Mede door de hoge kosten en de beperkte flexibiliteit van deze inzet ontstaat er makkelijk een onbalans tussen de vraag en de capaciteit. Tel hier de gereduceerde capaciteit vanwege de huidige 1.5m norm bij op, en de gevolgen van (te) volle of te lege bussen, trams en treinen worden pijnlijk zichtbaar.
Op de achtergrond speelt nog een uitdaging die niet direct zichtbaar is voor reizigers. Minder reizigers resulteert in minder inkomsten, en met minder inkomsten zijn vervoersbedrijven voorzichtiger met investeren. Onzekerheid troef COVID-19 heeft een grote impact op politiek en economie. Dit zorgt voor een grote mate van onzekerheid over het nu, maar ook post-COVID-19. Dat zien we terug in bovengenoemde uitdagingen, maar ook in het mogelijke herstel. We zetten vier mogelijke herstelscenario’s voor het OV op een rij.
Het totaal aantal reizigers en de piekaantallen herstellen zich naar de aantallen in 2019 voor COVID-19, waarbij misschien zelfs sprake is van groei. Groot voordeel voor OV-vervoerders is het herstel van omzet, maar ook de terugkeer van (oude) problemen.
De totale vraag is significant gedaald, maar de pieken zijn relatief hoog. Grotere transport hubs hebben hier nu al mee te maken. Dit scenario zorgt voor met name nadelen: weinig omzet en een toename van inefficiëntie.
Lage passagiersaantallen én een lagere piek. Mogelijk versterkt door blijvend thuiswerken of overstap naar andere modaliteit. Potentieel mogelijk een In het Openbaar Vervoer (OV) zien we de worsteling met het afstemmen van de capaciteit op de vraag. Wat is de juiste richting voor toekomstige investeringen? Het antwoord hierop is in grote mate afhankelijk van hoe de vraag naar OV diensten zich zal herstellen: wat wordt het nieuwe normaal? En wat wil de reiziger eigenlijk? In deze blog nemen we je mee in 4 herstelscenario’s en geven we je 4 adviezen. Investeren in flexibiliteit in het Openbaar Vervoer Vier adviezen voor het Openbaar Vervoer van de toekomst Mobiliteit voordeel door de noodzaak een kleinere bedrijfsvoering in te richten door bijv. het afstoten van kapitaalintensieve werkzaamheden. Overduidelijke nadelen zijn reductie in omzet, risico van gedwongen ontslag en minder capaciteit om de service en dienstregeling te kunnen bieden aan de passagier.
Het totaal aantal reizigers herstelt zich naar het niveau in 2019 voor COVID-19, maar de piekaantallen nemen af. Door gewenning tijdens de pandemie (digitale afspraken) zijn reizigers zijn flexibeler in reistijd. Voordeel voor OV-vervoerders is dat de capaciteit over een groter tijdsinterval kan worden ingezet. De verwachting van de reiziger is wel hoger, buiten de spits verwacht men een goede werkplek; ‘voor wat, hoort wat’.
Het is aannemelijk dat het herstel via het inefficiënte scenario richting overspannen of ideaal zal lopen. Echter, wat de route naar herstel ook wordt, actie is nodig om efficiënt aan de vraag te blijven voldoen. Actie die aansluit bij de wensen van de (toekomstige) digitale reiziger. De digitale reiziger Om de reiziger te begrijpen moeten we kijken naar zijn/haar motivatie om nú en in de toekomst het OV te kiezen als vervoersmiddel.
Over het algemeen heeft het OV een goed imago: het is goed voor het milieu, je hebt beperkt/ geen last van files en het delen van een vervoersmiddel voelt intrinsiek goed voor een reiziger. Belangrijkste redenen om toch het OV te vermijden zijn: de gelimiteerde flexibiliteit van het OV, het kan zijn dat je moet staan, de (on) bereikbaarheid van het reisdoel. Het is eigenlijk als in elke industrie, de klant verwacht waar voor zijn/haar geld. De digitale reiziger van de komende decennia verwacht een mate van kwaliteit en flexibiliteit.
Op het gebied van kwaliteit willen reizigers comfortabel vervoerd worden, met idealiter een werkplek en internet. En van A naar B komen zonder oneindig veel overstappen of wachten. Flexibiliteit toont zich in de gedachte: Ik wil komen en gaan wanneer ik wil, niet wanneer de vervoerder dit wil, ongeacht hoe druk het is. De reiziger wil invloed op zijn/ haar reis en wil zoveel mogelijk zelf regelen, iets wat het OV zal moeten faciliteren.
De focus voor het OV moet liggen op flexibiliteit, dáár zijn waar de reiziger ook is. Dat vraagt om een digitale bedrijfsvoering inclusief een sterke verbinding met de reiziger. Wij hebben vier investeringsadviezen voor het OV:
Stoot waar mogelijk kapitaalintensieve elementen af en richt je op het voeren van digitale bedrijfsvoering. Lease- & as a Service bedrijven zullen het gat van de infrastructuur invullen, FlixBus en KLM zijn goede voorbeelden. En de reiziger via self-service invloed laten uitoefenen op zijn/haar reis en zo zoveel mogelijk zelf laten regelen. Denk hierbij ook aan het digitaal controleren van een eventueel vaccinatiepaspoort of testbewijs.
Als de organisatie IT lééft, dan wordt het ook makkelijker de vraag en capaciteit in kaart te brengen en datagedreven te gaan werken. Vanuit inzichten kun je gaan toewerken naar voorspellingen en het tijdig inspelen op vraagverschuivingen, of zelfs richting het reizen zonder tijdschema.
Het huidige klassieke systeem vergt meestal grote investeringen voor het toevoegen en verplaatsen van capaciteit. Gelukkig is het ook in het huidige systeem mogelijk om flexcapaciteit in te bouwen. Bijvoorbeeld via bovengenoemde leaseconstructies, maar ook door bijvoorbeeld reserveringssystemen of een tariefdifferentiatie (prijsopslag in de spits). Post-COVID-19 zullen reizigers waarschijnlijk meer bereid zijn gespreid te reizen – maar dan moet wel aan hun verwachtingen worden voldaan. Autonome voertuigen kunnen op termijn ook een belangrijke rol gaan spelen bij het invullen van deze flexcapaciteit.
Samenwerken in de keten kan het invullen van de flex-capaciteit voorspelbaarder én makkelijker maken. Indien een bus of trein op een bepaald traject niet rijdt, dan heeft dat impact op de gehele keten van het OV én is het óók aan het OV daar goed mee om te gaan.
Bovendien kan een goede samenwerking tussen de bedrijven leiden tot het substitueerbaar maken van elkaars capaciteit. Initiatieven als een gedeeld operationeel centrum, het delen van data en gezamenlijke beheersmaatregelen kunnen helpen om pro-actief te ageren.
De combinatie van digitalisering, datagedreven werken, flexibilisering van capaciteit en ketensamenwerking wordt onmisbaar de komende decennia voor de OV-bedrijven. Investeringen die hieraan bijdragen zullen zich in de toekomst uitbetalen, onafhankelijk van de route naar herstel van de passagiersaantallen.
Bostec is onderdeel van Arlande.
Een enthousiaste consultant en projectmanager met een sterke affiniteit met mobiliteit en luchthavens in het bijzonder. Met enthousiasme, teamgevoel en stressbestendigheid weet ik de juiste mensen bij elkaar te brengen, processen te optimaliseren en balans te houden tussen proces, techniek en organisatie. Als Segmentlead binnen Arlande bepaalt Jasper tevens de strategie voor mobiliteit.
bekijk profielStrategisch adviseur met aantoonbare ervaring in de sectoren mobiliteit, industrie en gezondheid.
bekijk profiel